10 vragen aan… Martine van Os

Iedereen kent Martine van Os (64). Ze presenteert dagelijks met Sybrand Niessen ‘Tijd voor MAX’ en maakt het reisprogramma ‘We zijn er bijna’. Martine houdt van spelletjes, lezen, koken en ,,in de tuin rommelen”. CITY stelde Martine van Os tien vragen. 

Wat vind jij goed aan Omroep MAX?

,,Ik zit er al ruim veertien jaar, sinds de beginjaren. Ik vond dat andere omroepen ouderen een beetje links lieten liggen. Soms was een programma goed, maar vonden de makers dat er te veel ouderen naar keken. Ik denk dat Omroep MAX de ogen van andere omroepen heeft geopend.”

Talkshow Tijd voor MAX kan nog jaren mee omdat..?

,,Het over de actualiteit gaat. Het is ook erg leuk om te presenteren. Leuk en vermoeiend, want je moet elke dag op scherp staan. Het is niet zo dat je er om vijf uur eventjes gaat zitten. Maar ik vind het ongelooflijk bijzonder om zoveel verschillende mensen over zoveel verschillende onderwerpen te mogen spreken.”

Hoe verklaar je het succes van We zijn er bijna?

,,Omdat de kijker een beetje meegaat op vakantie. Het vakantiegevoel wordt aangewakkerd. Het leuke aan dit programma is dat iedereen kijkt, mensen uit alle lagen van de bevolking.”

Denkt je zelf weleens na over stoppen met werken?

,,Nee, op dit moment niet. Zolang ik het vak nog wat te bieden heb, gezond ben en goed in mijn vel zit, blijf ik doorgaan. Wel kan ik me voorstellen dat ik op een gegeven moment wat rustiger aan ga doen. Het is natuurlijk wel heel veel. Elke dag Tijd voor MAX en direct daarna vijf weken op reis. En dat programma moet daarna gemonteerd en ingesproken worden, dat is heel veel.”

Jouw echtgenoot, Wouter Stips, is veertien jaar ouder. Vindt hij het niet vervelend dat je nog zo druk bent?  

,,Hij is zelf ook druk. Als beeldend kunstenaar kan hij tot aan zijn graf doorwerken. Hij oefent zijn vak ook met liefde uit. Bovendien, het is ook niet alles om de hele dag om elkaar heen te hangen. Ik ken veel huwelijken die het moeilijk hebben gekregen toen beide helften gestopt waren met werken. Dat is nog best een klus hoor, dan moet je gaan nadenken hoe je dat dan invult.”

Je hebt geacteerd in Medisch Centrum West, Familie Oudenrijn en Zeg eens AAaa. Mis je het acteerwerk niet?

,,Bij tijd en wijle. Het presenteren heeft de overhand gekregen en ik vind dat erg leuk om te doen. Maar als ik het op een gegeven moment rustiger aan wil doen, kan ik me voorstellen dat ik weer ga acteren. Een kleinere dramaserie, lunchvoorstelling of kortere theaterprojecten bijvoorbeeld. Maar nu is er even geen tijd voor.”

Is er nog een rol die je graag zou willen spelen?

,,Nee, maar ik ben heel erg van het genre tragikomedie. Dat vind ik het leukst om te doen en om zelf naar te kijken. Verhalen waarin je je goed kan identificeren met de personages, maar waar ook wat te lachen valt.”

Een jaar geleden vertelde je dat je het er moeilijk mee had om in coronatijd naar de studio te gaan. Is dat nog steeds zo?

,,Nee, maar ik ben wel heel blij als we allemaal een prikje hebben gehad.”

Je groeide op Den Haag, kijk je daar met plezier op terug?

,,Het is een heel fijne stad om op te groeien. Ik heb er tot mijn vijftiende gewoond. Vaak ging ik na school, met mijn handdoekje en zwempakje onder de snelbinders, op de fiets naar het strand. Dat strand was zo lekker dichtbij, dat mis ik nog wel eens. Ik zou graag teruggaan naar Den Haag, alleen is het niet praktisch qua reistijd naar Hilversum. Hilversum is minder bruisend dan Den Haag, al woon ik hier erg prettig.”

Wat doe je graag in het weekend?

,,Ik vind het erg fijn om samen met mijn man te koken. Buiten coronatijd organiseerden we regelmatig spelletjesavonden met vrienden, voor wie wij dan koken. Dat koken is ook een beetje je zinnen verzetten. Boodschapjes doen en in pannen roeren. Ik experimenteer dan graag en het is nog maar zelden écht misgegaan. Wat rommelen in de tuin en lezen vind ik ook erg leuk.”

Lees ook:

10 vragen aan… Lee Towers