Bram van der Vlugt overlijdt op 86-jarige leeftijd

Afgelopen weekend is acteur Bram van der Vlugt overleden aan de gevolgen van het coronavirus. Hij is 86 jaar geworden, en vooral bekend van zijn werk samen met Sinterklaas. Dit deed van der Vlugt 25 jaar. Hij was een échte kindervriend. Onlangs publiceerde Citynieuws een interview met Bram van der Vlugt, in zijn rol als Sinterklaas.

10 Vragen aan…
Sinterklaas

Sinterklaas is weer in het land. Ook is de Sint te zien in de Grote Sinterklaasfilm (waar Bram van der Vlugt zijn rentree maakt). CITY stelde de Goedheiligman 10 vragen…

1. U woont in Spanje. Hoe bevalt dat?

,,Tot voor kort beviel dat uitstekend. Ik weet niet hoeveel eeuwen ik daar al tot volle tevredenheid woon. Maar ja, nu met corona is het zo dat als je er bent, mag je er niet vandaan. En als je Spanje toch verlaat, wordt het nog een hele toer om weer naar huis te geraken.”

2. Wat is het leukst aan Spanje?

,,Het weer natuurlijk, de Paella en dat niemand in Nederland  precies weet waar ik woon. Hele busladingen Nederlandse toeristen zijn zomers op zoek naar mijn woning, maar tot nog toe gelukkig zonder resultaat. Dat is wel prettig. Anoniem zijn buiten Sinterklaastijd, dat is het mooiste wat er is. Wel zou het misschien helpen als er wat minder gesteggel zou zijn over onafhankelijkheid.”

3. Heeft u altijd goed willen doen voor kinderen?

,,Ik heb mijn leven lang goed gedaan voor kinderen. Daar ben ik later ook heilig van geworden. Ik heb drie jongetjes gered uit een pekelvat; ik heb drie meisjes uit de klauwen van een boze vader bevrijd, heb ze zelfs een huwelijksschat cadeau gedaan; daarenboven heb ik zeelieden gered uit een vreselijke storm en ben ik de beschermheilige van vissers, kooplieden en van de stad Amsterdam. Tja, die dingen blijven aan je kleven. Dat van die meisjes is tevens ook mijn dierbaarste jeugdherinnering. Helaas heb ik nooit geweten of die huwelijken ook een beetje gelukkig zijn geworden. Maar het is misschien maar beter om niet alles te weten.”

4. Hoe vindt u het om alle kinderen elk jaar weer blij te kunnen maken?

,,Als u het zo stelt: dat vind ik een feest. Maar het lukt niet. Zou ik echt álle kinderen blij kunnen maken? Eerlijk gezegd valt dat niet mee. Er zijn ook kinderen bij die nooit tevreden zijn. Dat geldt trouwens ook voor grote mensen. Kent u de uitdrukking: ‘Genoeg is meer dan veel?’. Dat vind ik een mooi gezegde.  Voor sommige mensenkinderen is het nooit genoeg. Maar ik doe mijn best en ik zeg vaak dat Sinterklaas het feest is van de kleine cadeautjes, niet van die dure dingen. Het is vooral het Feest van grappen, gedichten, surprises en lekker soort snoeperij. Gedichten worden soms jarenlang bewaard, dat is mooi.”

5. Waarvan wordt u vrolijk?

,,Ik word vrolijk van vrolijke mensen. Maar ik word ook vrolijk als mensen soms niet weten hoe ze moeten reageren op kleine baldadigheden van Sinterklaas. Ik hou wel van een grapje. Het komt voor dat iemand op een ouderwetse manier nog een heilig ontzag heeft voor zo’n statige oude man als ik. Dan mag ik weleens een ontregelende opmerking maken. Zoiets als: ‘zeg maar Klaas hoor’.”

6. Wat is uw favoriete vrijetijdsbesteding?

,,Ja die heb ik eigenlijk niet. Ik ben een luie oude man en buiten Sinterklaastijd doe ik het liefst helemaal niks. Ik zit wat, ik loop wat en rijd een rondje op Amerigo. Ik eet is wat, drink met mate en ga op tijd naar bed. Niet echt spannend. Toch?”

7. Nederland is een topland omdat…

,,Nederland een vrij land is. Omdat het Sinterklaasfeest nog steeds bestaat. Dat kan ik wel vinden, maar ik realiseer me dat Nederland niet voor iedereen een topland is. Er valt nog een hoop te doen aan verbeteren van ongelijkheid en bestrijden van armoede. Maar vergeleken met sommige andere Europese landen mogen de Nederlanders niet klagen.”

8. Wie verdient een standbeeld?

,,Mijn goede vriend uit Lapland: De Kerstman. Omdat hij elk jaar na die uitbundige Sinterklaasviering toch nog langs Nederland wil komen. Hij geeft nooit op. Goed zo vriend! ”

9. Welke plek vindt u het mooist in Nederland?

,,Dat zeg ik niet. Want stel dat ik zou zeggen: Amsterdam. Dan kan ik 010 in het vervolg wel op mijn schijnheilige buik schrijven. Terwijl ik dol ben op Rotjeknor. Nee, in die val laat ik me niet lokken”.

10. In de Grote Sinterklaasfilm zien we dat u uw kasteel moet verlaten en moet verhuizen naar een camping, hoe heeft u dat ervaren?

,,Verschrikkelijk! Het woord ‘camping’ noem ik een eufemisme.  Je kunt niet goed lopen op die hobbelige, slecht onderhouden grasmat. Er is geen centrale verwarming. De pepernoten worden zwarte kooltjes en het ergste is de Dixie. Ik hou het nog liever op, of poep in een hoek van mijn tent of laat alles lopen. Gruwelijk. Maar kinderen hoeven niet te vrezen voor vijf december. Laten ze maar gauw naar die film gaan kijken, dan zien ze dat het allemaal goed komt.  Allemaal bangmakerij. En daar houdt Sinterklaas helemaal niet van! Hij is namelijk nog tot 6 december in de bioscopen te zien, geloof ik. En daarna vast ook thuis met al die moderne technieken tegenwoordig.”