10 vragen aan… Daphne van Domselaar

Daphne van Domselaar (21) mocht als keeper van het vrouwenvoetbalelftal op de valreep toch niet mee naar Tokio. CITY stelde 10 vragen aan de Oranjeleeuwin die zich enorm verheugd had op deze Olympische Spelen, de allereerste waar de Leeuwinnen aan meedoen.

Wat kunnen we tijdens de Olympische Spelen verwachten van de vrouwenvoetbalploeg?

,,Het is een toernooi waar veel landen aan meedoen. Sommige van die teams zijn ze al tegengekomen. Ik hoop dat ze de poulefase doorkomen en van daaruit mooie dingen kunnen doen. Ze gaan in Tokio voor het hoogst haalbare, goud!”

Wie wordt de moeilijkste tegenstander van Oranje?

,,Dat is lastig om te zeggen. Ik heb niet tegen alle landen gespeeld of ze überhaupt kunnen zien. Maar elk land in onze poule kan een lastige tegenstander zijn. Als ik Brazilië als voorbeeld neem, zij spelen echt een heel ander soort voetbal. Het is niet het Europese voetbal dat wij gewend zijn, dus dat kan ons verrassen.”

Ga jij ook naar de andere sporten kijken?

,,Dat ga ik zeker doen! lk heb niet een specifieke sport waar ik graag naar kijk. Ik vind alles leuk om te zien. Ik ben ook erg benieuwd naar het hockey.”

Je bent keeper, wat is daar het mooiste aspect van?

,,Dat zijn die momenten waar ik me moet laten gelden. Ik vind het ook mooi hoe de rol van keeper zich heeft ontwikkeld. Vroeger had je een keeper en tien spelers. Tegenwoordig is de keeper echt die extra persoon in de opbouw en in het ondersteunen in de coaching.”

Wat gaat er door je heen bij een strafschop?

,,Een penalty is vooral een moment waarin je direct tegenover iemand anders staat. Je moet als keeper dan de volle focus op de bal hebben en de omgeving zoveel mogelijk wegfilteren. Het komt dan aan op details, zoals de plaatsing van de voeten, de aanloop en de timing. Daarin onderscheidt een goede penaltystopper zich van een minder goede.”

Je speelt bij FC Twente, wat is jouw ambitie?

,,Mijn droom is Engeland, in een van de top drie-teams. De voetbalcultuur daar trekt me enorm. Het vrouwenvoetbal ligt daar echt een paar jaar voor op Nederland. Hier zie je de laatste paar jaar overigens ook echt goede ontwikkelingen. Ook zie je steeds meer internationals terugkeren naar Nederland wat het voetbal zowel voor ons als voor het publiek aantrekkelijker maakt.”

Vrouwenvoetbal wordt pas de laatste jaren serieus genomen. Waarom duurde dat zo lang?

,,Ik denk dat het Europees Kampioenschap van 2017 veel jonge meiden in Nederland de ogen heeft doen openen. Maar ook die van het oudere publiek. Sinds het EK is bijna elke wedstrijd op televisie te zien geweest, dat was daarvoor wel anders. Daardoor was het vrouwenvoetbal in het verleden ook minder bekend. Zelf begon ik pas op mijn elfde met voetballen, dat kwam mede doordat er in die tijd nog geen meisjesteams waren bij de clubs bij mij in de buurt. Het is leuk dat het zo toegankelijk is geworden.”

Hoe is het om een voorbeeld te zijn voor jonge voetballers?

,,Ik vind heel leuk, maar ook best apart. Zo zie ik mezelf namelijk totaal niet. Ik ben zelf nog iemand die tegen andere mensen opkijkt. Zo keek ik vroeger op tegen Edwin van der Sar en Maarten Stekelenburg. Zij waren het volledige plaatje. Gewoon goed op de lijn en goed mee kunnen voetballen. En ze speelden natuurlijk ook in het grote Oranje.”

Wat doet Daphne naast het voetbal?

,,Ik spreek graag met mensen van het team af om leuke dingen te doen. Ook zoek ik graag de rust op, dan ga ik een stukje wandelen of de natuur in. Maar ik oriënteer me ook op een opleiding. Het vrouwenvoetbal is nog niet zover dat je na het voetbal kan stoppen met werken. Ik denk aan een technische opleiding. Daarnaast is het wel fijn om met iets anders bezig te zijn, naast de sport. Ik denk aan een online thuisstudie. Dat is goed te combineren met het voetbal.”

Wat ging er door je heen toen je werd verteld dat je niet naar de Olympische Spelen in Tokio zou gaan?

,,De teleurstelling was natuurlijk groot. Het is een heel mooi toernooi. Je kunt er veel van leren en het is een mooie ervaring. Het is echt heel erg jammer dat ik er niet bij zit. Maar ik ben erop gebrand om volgend seizoen weer mijn beste zelf te laten zien. En wie weet is het dan wel mijn tijd.”

Lees ook:

10 vragen aan… Hans Dorrestijn